zondag 20 mei 2012

Alles komt toch nog goed voor Robert Gesink
Hij leeft dus nog, Robert Gesink. Weinigen die de jongste maanden bij zijn doen en laten stilstonden. Daarvoor had hij er tijdens het begin van zijn zesde campagne voor Rabobank te weinig van gebakken maar daar bestond een gegronde verklaring voor. Op 18 september 2011 liep hij op training een gecompliceerde beenbreuk op en de revalidatie vergde ontzettend veel tijd. De lente van 2012 begon te vroeg voor Robert die net vòòr het Baskenland ook nog ziek werd en meteen wist dat hij zijn ambities in de Ardennen en in Nederlands Limburg mocht dimmen. Uit het oog, uit het hart...
Daar deed hij dus veel aan in de Tour of California. Het zat er overduidelijk aan te komen toen hij er de tijdrit van zijn leven reed. Over de zowat dertig kilometer deed hij amper 39" meer dan de winnaar David Zabriskie. Het verschik met Jens Voigt (-16") en Tejay Van Garderen (-5") hield hij nog kleiner. Op alle andere klassementsrenners nam hij zowaar boni: Peter Velits, Tom Danielson, Levi Leipheimer, Vincenzo Nibali, Chris Horner,.... Du jamais vu, dat toch weinig opgemerkt bleef tot hij twee dagen later de koninginnenrit tussen Ontario en Mt. Baldy naar zijn hand zette en in een spurt met twee afrekende met de totaal onbekende de Colombiaan John Darwin Atapuma Hurtado. Met minstens driekwart minuut voorsprong kan hem tijdens de mini-etappe van de slotdag nog maar weinig overkomen, behalve rampspoed.
En op rampspoed, daar heeft hij als het ware een patent op. Er waren niet enkel zijn fatale valpartijen maar vooral ook het smartelijk verongelukken van zijn slechts 51-jarige papa Dick. Geen jaar later was er zijn kwalijk ongeval op training dat sportief veel op de helling zette en ook zijn voorjaar 2012 hypothekeerde. Voor hem begon deze lente te vroeg maar misschien komt dit hem nog goed uit voor wat nu volgt en focust Robert zich nog nadrukkelijker op de Tour, die hij voor de vierde keer aansnijdt. Slechts één keer keerde hij er met een goed gevoel van terug met een zesde (en naderhand vijfde) plaats in 2010, ondanks het feit dat hij in de lange tijdrit door de wijnvelden van Pauillac beschamend 108ste werd op 8'53" van Fabian Cancellara. Aan dat pijnpunt (b)lijkt hij inmiddels veel te hebben gedaan en indien dat niet ten koste van zijn hoedanigheden als klimmer is gegaan dan kan er iets heel moois in de maak zijn.
Tijdens de nazomer is er ook nog (eventueel) de Vuelta en last but not least het wereldkampioenschap in Valkenburg. In die periode is hij àltijd uitstekend in de ééndagskoersen. Kijk maar naar wat hij in 2010 neerzette: zevende in San Sebastian, derde in de G.P. de Québec, winnaar van de G.P. de Montréal en de Giro dell'Emilia. In plaats van daar de Giro di Lombardia aan toe te voegen mocht hij de uitvaart van zijn papa regelen. Ook in het najaar van 2011 was hij uitstekend bezig, dat onderstreepte hij met een tweede plaats na Philippe Gilbert in de G.P. van Québec maar een week later was er zijn smadelijk ongeval op training.
De beproevingen mogen wel eens ophouden voor de nog altijd maar (op 31 mei) 26-jarige
die dus nog veel groeimarge tegoed houdt en alsnog kan uitgroeien tot de grote coureur die hij altijd hoopte te worden. Eigenlijk mag je zeggen dat "de Giraffe" als jonge twintiger te ongeduldig is geweest en dat zijn tegenslagen, die hij daarom nog niet moest meemaken, hem voordelig afgeremd en misschien gelouterd hebben voor zijn oogstjaren die er pas nu aan komen.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten