vrijdag 22 juni 2012

Niets nieuws onder de wielerzon:
piep en overjaars zijn van alle tijden
In het tweede item van zijn wekelijkse column in Het Laatste Nieuws plaatst good old Luc Van Loon een interessant statement. Zo stelt hij vast dat de alomgeprezen Peter Sagan, die de tussentijdse internationale zegestand topt (met nu reeds een dozijn overwinningen) en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid na de Tour ook de uiterst betrouwbare ranking van Cycling Quotient, waarin hij op dit ogenblik nog "slechts" 565 punten achterstand telt op lijstaanvoerder Joaquin Rodriguez, aan die de Tour verzaakt. Het lijkt veel maar een overgretige Slowaak zal dat gat fluitend dichtrijden tenzij hij in de Tour vroegtijdig door een val wordt uitgeschakeld. De eerste tien van elke rit worden respectievelijk beloond met 80 50 35 25 15 10 5 3 2 1 punten, zo ook die van de ultieme puntenstand. De gele trui brengt dagelijks 20 punten op. Vòòr de Tour kan hij ook nog zestig punten verdienen met winst in het kampioenschap van Slovakije.
Peter Sagan is nog maar 22,5 jaar en wordt algemeen erkend als de absolute rookie van het huidige peloton. Zò jong, juist ja, maar Eddy Merckx had op die leeftijd onder meer al Milano-Sanremo (twee keer zelfs), Gent-Wevelgem en La Flèche Wallonne gewonnen en hij had nog geen drie maanden zijn 22ste verjaardag gevierd toen hij in Heerlen voor de tweede keer wereldkampioen werd (de eerste keer was als amateur te Sallanches in 1964).
Is Eddy Merckx qua leeftijd een recordhouder? Bijlange niet! Twee landgenoten waren nog meer piep toen ze hun eerste hoogstandjes opvoerden. Karel Kaers werd, anderhalve maand vòòr zijn 20ste verjaardag, op 18 april 1934 wereldkampioen op de weg in Leipzig. Rik Van Steenbergen werd, één maand vòòr zijn negentiende verjaardag, op 8 augustus 1943 in Brussel kampioen van België.
Daartegenover staat dat Pino Cerami op 1 juli 1963, twee maanden na zijn 41ste verjaardag, in Pau aan de voet van de Pyreneeën een dagzege ontfutselde aan André Darrigade en Jean Graczyk, geen presentje dus. En Raymond Poulidor bestond het om in 1976, zowaar drie maanden na zijn véértigste verjaardag, het eindpodium van de Tour voor de achtste keer te bestijgen.
Zo zie je maar dat piep en overjaars in het wielrennen (en daar niet alleen) van alle tijden is. Vroeger was het wielrennen anders dan vroeger: minder stressy want meer koersen en dus meer kansen om iets recht te zetten. Er was ook veel minder groot geld beschikbaar. Nu moeten de sterren voor hun fortuinen veel minder vaak opdraven maar wanneer zij dat doen, staat er veel meer op het spel en het moet er boenk op zijn of hun commerciële waarde keldert. Niet te verwonderen dat sommigen zich als een kamikaze of zelfs als een voetzoeker in de spurt bewegen en vergeten dat ook een koersfiets remmen heeft. Het kleinste gaatje is groot genoeg om er in te duiken want het is erop of eronder. Al had dat vroeger, voor veel minder geld, eigenlijk ook. Niets nieuws onder de wielerzon, zie je wel?!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten