dinsdag 25 februari 2014

2014 is een speciaal jaar voor Patrick Sercu
Op 27 juni viert (of betreurt) hij zijn 70ste verjaardag.
Op 16 oktober is het precies vijftig jaar geleden dat hij in Tokio Olympisch goud veroverde op de kilometer met staande start (1’09”59).
Ziedaar zijn allicht meest beklijvende prestatie uit zijn ruim twintigjarige carrière (1961-1983).
Patrick verwierf vooral naam en faam als baanrenner. Op de vele ovalen veroverde hij 65 titels, waarbij vooral drie mondiale op de snelheid (Rocourt 1963, Amster-dam 1967 en Antwerpen 1969).
Hij won 88 zesdaagsen (waarvan elf in Gent en vijftien met Eddy Merckx als ploegmaat).
Hij vestigde ook drie wereldrecords: op de kilometer met vliegende start indoor in 1967 (1’01”23); op de kilometer met staande start indoor in 1972 (1’07”5 ); op de kilometer outdoor in 1973 (1’02”6).
Patrick verwierf vooral maar niet enkel naam en faam op de piste. Ook als wegrenner verwierf hij een aanzienlijk marktaandeel en dat maakte hem zo mogelijk nog populairder.
De omschakeling begon in 1969 met een dagzege in Tirreno-Adriateco. Het jaar daarop behaalde hij zowaar de eindzege in de Ronde van Sardinië. Het waren Italiaanse voorbereidingskoersen in het teken van zijn raid op de vlakke voorjaarsklassiekers, waarin hij stuk voor stuk mooie ereplaatsen behaalde: achtste in Paris-Roubaix 1969, zevende in Gent-Wevelgem en in de Ronde van Vlaanderen 1970 en vijfde in Milano-Sanremo 1973 (gewonnen door zijn kopman Roger De Vlaeminck). In Paris-Tours, de klassieker die hem theoretisch het best lag, bleef hij steken op de elfde plaats in 1972.
De successen, waarvan hij in de klassiekers verstoken bleef, boekte Patrick wel in de twee grootste ronden. In de Giro d’Italia behaalde hij dertien dagzeges. Eddy Merckx (24), Roger De Vlaeminck (22) en Rik Van Steenbergen (15) waren de enigen die (nog) beter deden. Rik Van Looy (12) hield hij net achter zich. In de Tour de France hield hij het bij zes dagzeges (drie in 1974 en 1977). In die van 1974 veroverde hij de tijdelijke gele en de definitieve groene trui.
Na zijn aktieve carrière was Sercu heel even de bondscoach van de Belgische baanrenners maar te weinig buffering door de B.W.B. en budgettaire beperkingen ontmoedigden hem en deden hem al snel die handdoek gooien.
Veel duurzamer was zijn functie van directeur van het Gentse Kuipke en mede-organisator der zesdaagse, die hij verder hielp uitbouwen als een zeldzame trekpleister in dit almaar meer tanende circuit.
Patrick Sercu was de Eddy Merckx van het baanwielrennen. In die hoedanigheid werd hij postuum zwaar tekort gedaan. De indoor-wielerbaan aan de Blaarmeersen kreeg als naam Wielercentrum Eddy Merckx. Niets mis mee dat de naam Merckx in het begrip werd opgenomen. Het had evenwel Wielercentrum Merckx - Sercu moeten zijn. Dan had men de beide coryfeeën gegeven wat hen toekwam en met elkaar verbonden. Als ploegmaten wonnen de twee superkampioenen trouwens vijftien zesdaagsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten